Veel voedselproducenten zien het nut en de noodzaak van verduurzamen. De energieopgave is groot, maar de besparingspotentie ook. Uit case-onderzoek blijkt dat voedselproducerende bedrijven tot 30% kosten kunnen reduceren door energiebesparing. Maar waar en vooral hoe te beginnen? Met een bewezen en integrale aanpak maakt QING stap voor stap verduurzamingen inzichtelijk en uitvoerbaar. Van simpele energiebesparingen met een korte terugverdientijd tot een sluitende business case voor hergebruik van warmte en duurzame energiebronnen.
Impactvol verduurzamen is vaak een ingrijpend en kostbaar proces met hoge risico’s. Hierdoor zijn veel voedselverwerkers terughoudend met investeren. Verduurzamen hoeft niet direct gepaard te gaan met grote risico’s. Wij willen de energietransitie aanjagen met stap-voor-stap oplossingen die voor iedere voedselproducent behapbaar zijn.
“De ervaring leert ons dat de grootste besparingen te realiseren zijn in het productieproces”, vertelt DGA Martin Ruiter van QING. “Dit is inderdaad vaak risicovol. Maar als ik vertel dat je al energiekosten kunt besparen door TL verlichting te vervangen door LED met een terugverdientijd van 1,8 jaar dan zegt iedereen: hang dat er morgen maar in”.
“En zo is er nog veel meer laaghangend fruit om energiebesparingen te realiseren met snelle terugverdientijden”, aldus Stan de Groot, energieconsultant bij QING. “Deze inzichten brengen we in kaart met een Sustainability Roadmap. Hiermee krijg je eerst inzicht in alle quick fixes zonder hoge risico’s. Op deze manier maken we verduurzamen toegankelijk voor iedere agri- en foodproducent.”
Voordelen van een Sustainability Roadmap
De Sustainability Roadmap maakt gebruik van de driestappenstrategie ‘Trias Energetica’. Stap 1 is het energieverbruik beperken door verspilling tegen te gaan. Stap 2 is het opwekken van hernieuwbare energie. Stap 3 is het efficiënt gebruik maken van fossiele bronnen.
Het voordeel van de Sustainability Roadmap is dat alle energiebesparingen worden doorgelicht, inclusief oplossingen met zo kort mogelijke terugverdientijden. Hierdoor maak je altijd een gewogen, verantwoorde investering met een zo hoog mogelijk rendement.
Meer voordeel met collectieve aanpak bedrijventerreinen
Met de Sustainability Roadmap adviseert QING niet alleen individuele bedrijven, maar ook complete bedrijventerreinen. Martin Ruiter: “Als individuele voedselproducent heb je een bepaald energieprobleem, maar de oplossing is vaak collectief. Door samen met andere bedrijven van hetzelfde bedrijventerrein te kijken naar verduurzaming kom je vaak makkelijker tot een sluitende positieve businesscase. Wij zijn één van de weinige partijen in Nederland die dit kunnen”. Daarom begeleidt QING ook bedrijventerreinen met een Sustainability Roadmap naar CO2-neutraliteit.
Integrale benadering en subsidies
Ruim 40% van de energie in Nederland wordt verbruikt in de industrie. Grofweg twee derde hiervan wordt gebruikt als (proces)warmte. We hebben te maken met een grote sector waar veel winst te behalen valt op energie.
Verduurzaming omvat natuurlijk meer dan alleen energie besparen. Er zijn veel complexe processen waar veel met warmte gewerkt wordt. Je wilt niet dat als je een energieprobleem oplost, er ergens anders twee problemen extra bijkomen. Daarom hanteert QING een integrale aanpak.
“Verduurzamen is een meerkoppige draak”, zegt Stan de Groot. “Energiebesparing is ons grootste kennisgebied, maar wij berekenen ook oplossingen voor watergebruik en circulariteit. Eén partij die alles vanuit een integrale benadering doorrekent is een cruciale succesfactor voor succesvol verduurzamen.”
QING kijkt ook per situatie naar alle subsidiemogelijkheden. Daarmee voorkom je dat je subsidies misloopt als je aan de slag gaat met verduurzaming.
Wat je nu al concreet kunt doen om energie te besparen
Stan de Groot: “Wat je niet uitgeeft hoef je niet te verdienen, en wat je niet verbruikt hoef je niet te betalen.” Veel bedrijven verspillen een aanzienlijkdeel van hun energievraag, of gebruiken meer dan nodig, terwijl dit vaak vrij gemakkelijk te voorkomen is.
In voedselproductie worden producten typisch eerst verwarmd ter bereiding, om vervolgens gekoeld of ingevroren te worden ter conservatie. De restwarmte uit het koel- of vriesproces kan dikwijls gebruikt worden om in een deel van de warmtevraag van het verwarmingsproces te voorzien, maar dit gebeurt nog nauwelijks.
‘’Voorbeelden van nutteloos verbruik zijn het gebruik van overbodig hoge temperaturen en/of drukken in stoomsystemen, het aan laten staan van machinerie buitenproductietijden (sluipverbruik) en het verkeerd afstellen van productielijnen met een verhoogde energieconsumptie tot gevolg’’, sluit Stan af.